1 kg runderriblappen
ca. 600 gr. sjalotjes
2 volle eetlepels bloem
zout en peper
gelijke delen boter en olie
400-500 ml. donker bier
2 eetlepels mosterd
1 eetlepel bruine basterdsuiker
2 laurierblaadjes
2-3 dl water of bouillon
enkele takjes peterselie

Snijd het vlees in grote dobbelstenen. Pel de sjalotjes en snijd ze elk in 4-6 parten. Doe de bloem met zout en peper in een grote plastic zak en voeg de stukken vlees toe. Schud alles in de zak op en neer tot het vlees met een dun laagje bloem bedekt is. Verhit gelijke delen olie en boter en bak hierin in twee of drie porties het vlees rondom aan. Neem het met een schuimspaan uit de pan. Voeg eventueel wat extra olie en boter toe en fruit de sjalotten rondom aan in ongeveer 5 minuten. Blus af met het bier en los hierin de mosterd op. Voeg de stukken vlees toe met de bruine suiker en laurierblaadjes. Schenk een scheut water of bouillon in de pan en breng alles aan de kook. Draai het vuur laag. Breek de stelen van de peterselie. Bind er een touwtje om en voeg het pakketje bij het vlees. Stoof het vlees in ca. 2,5-3 uur gaar. Voeg tussentijds telkens een scheut water of bouillon toe. Neem de peterselie stelen uit de pan en hak de achtergehouden blaadjes grof. Bestrooi het vlees voor het serveren hiermee.